Hoe pakken Hilversum en Mechelen de leegstand in hun winkelcentrum aan?
Mechelen en Hilversum, twee mooie en boeiende middelgrote centra. Beide steden hebben te maken met een teruglopend winkelbestand en zoeken oplossingen voor de leegstand die daardoor in het centrum ontstond.
Mechelen is een stad met een rijke historie en dat is terug te zien in het centrum met een veelheid aan prachtige historische gebouwen. Met name op en rond de Grote Markt. De belangrijkste straat is de Bruul, gevolgd door de IJzerenleen. In het centrum van Hilversum is de Kerkstraat de belangrijkste winkelstraat. Daarnaast huisvest het recent gerenoveerde Hilvertshof grote internationale ketens als Primark, Zara en H&M. Een ander centrum dat aansluit op de Kerkstraat is de Gooische Brink. Dit centrum kent redelijk wat leegstand.
In vergelijking met steden van een vergelijkbare omvang is de leegstand beperkt, waarschijnlijk komt dit doordat het aanbod buiten het centrum laag is. Uit leegstandscijfers blijkt dat centra van middelgrote steden een fors hogere leegstand hebben dan het landelijke gemiddelde. In dat perspectief is de leegstand in Hilversum en zeker in Mechelen relatief beperkt. Beide steden doen het qua leegstand dus redelijk goed.
De aanpak van de leegstand
Beide steden hebben een andere aanpak om de leegstand tegen te gaan. De stad Mechelen biedt starters de mogelijkheid onder zeer gunstige voorwaarden ruimte te huren in een leegstaand pand. Starters krijgen daarmee een jaar de tijd om hun concept uit te proberen. In Hilversum willen ze publieksfuncties weer in het centrum brengen en krijgt het minder goed functionerend winkelcentrum een nieuwe impuls en ook nieuwe bezoekers.