Home 1

1 op 5 medewerkers vreest technologie in retail

1 op 5 medewerkers vreest technologie in retail

Volgens een onderzoek van Quinyx, aanbieder van AI-gestuurde workforce management software, maakt één op de vijf winkelmedewerkers zich zorgen over de impact van technologische ontwikkelingen op hun werk. Vooral de invloed van kunstmatige intelligentie (AI), zelfscankassa’s en robots op de retailsector baart zorgen. De grootste vrees is dat technologie banen kan vervangen (64 procent). Daarnaast maken medewerkers zich zorgen over storingen in systemen (34 procent) en vrezen sommigen dat ze niet kunnen bijbenen met de snelle technologische veranderingen (21 procent).

Zorgen in Nederland groter dan in andere landen
Het onderzoek toont aan dat Nederlandse winkelmedewerkers relatief meer zorgen hebben dan hun collega’s in andere Westerse landen. Na het Verenigd Koninkrijk (20 procent) en de Verenigde Staten (19 procent) hebben Nederlandse medewerkers (18 procent) de meeste bezorgdheid over technologische vooruitgangen. In Noorwegen is de bezorgdheid het laagst met slechts 11 procent.

AI biedt kansen voor werk-privébalans
Hoewel technologie vaak als bedreiging wordt gezien, biedt het ook kansen. AI kan bijvoorbeeld de personeelsplanning verbeteren door roosters op maat te maken op basis van zowel de vraag als de persoonlijke voorkeuren van medewerkers. Dit draagt bij aan een betere werk-privébalans en verhoogt het werkplezier. “Met AI kunnen we niet alleen efficiënter plannen, maar ook sneller inspelen op veranderingen”, zegt Oscar Haase van Flink, een bedrijf dat AI-gestuurde planning al inzet.

Onderzoek en Quinyx
Het onderzoek is uitgevoerd onder 1.574 eerstelijnsmedewerkers, waaronder 806 retailmedewerkers, in Nederland en andere Westerse landen. Quinyx helpt bedrijven wereldwijd met AI-gedreven personeelsplanning en ondersteunt merken zoals Starbucks en Coolblue.

Bron: Quinyx

Modint roept nieuw Kabinet op: verduurzamen is te duur

Modint roept nieuw Kabinet op: verduurzamen is te duur

Modint, de brancheorganisatie van de textielsector, luidt de noodklok: verduurzaming is te duur en oneerlijk. Nederlandse ondernemingen, bekend om hun Dutch design en duurzame productie, verliezen terrein aan goedkope importen uit Azië. Deze trend bedreigt de toekomst van duurzame Nederlandse producten. Modint roept het nieuwe kabinet op om maatregelen te nemen om eerlijke, betaalbare en duurzamere handel te bevorderen.

Investeer in ‘Slow’ Fashion, belemmer ‘Fast’ Fashion
Modint pleit voor meer aandacht voor duurzame textielproducten van hoge kwaliteit die langer meegaan en circulair gebruikt kunnen worden (‘slow’ fashion). De huidige situatie, waarin grote hoeveelheden fast fashion zonder strikte duurzaamheidseisen Europa binnenkomen, leidt tot een oneerlijk speelveld. Deze producten worden zonder importheffingen ingevoerd en voldoen vaak niet aan Europese kwaliteits- en producteisen. Nederlandse ondernemers die wel investeren in duurzaamheid, kunnen deze concurrentie niet aan.

Maak van verduurzamen een Businessmodel

Om verduurzaming betaalbaar te maken, stelt Modint de volgende maatregelen voor:

  • Invoerrechten voor kleine zendingen consumentenartikelen onder de €150.
  • Strengere handhaving van productveiligheid bij kleine zendingen.
  • Lagere btw-tarieven op gerecyclede materialen.
  • Een verbod op reclame voor fast fashion producten.
  • Beprijzing van primaire grondstoffen zoals niet-hernieuwbaar polyester.
  • Fiscaal aantrekkelijke regelingen voor innovatief, circulair productieketen-management.
  • Subsidies voor de productie van duurzame producten.

Wat de Textielsector al Doet

Leden van Modint zijn al actief bezig met verduurzaming door:

  • Het gebruik van materialen die opnieuw gebruikt kunnen worden.
  • Het ontwerpen van producten die langer meegaan.
  • Het inrichten van processen voor inzameling, hergebruik en recycling van afgedankt textiel.
  • Transparantie over hun activiteiten.
  • Samenwerking met belanghebbenden om ketenverbeteringen door te voeren.

Bron: Modint

INretail zet retail op agenda nieuw kabinet

INretail zet retail op agenda nieuw kabinet

Op 2 juli werd het nieuwe kabinet Schoof officieel gepresenteerd bij paleis Huis ten Bosch. Voor INretail was dit het ideale moment om de nieuwe ministers te verwelkomen en bestaande relaties te versterken. Het bestuur en de leden van INretail feliciteerden de ministers op hun eerste werkdag en deelden concrete voorstellen die ze graag met het nieuwe kabinet willen bespreken.

De voorstellen van INretail richten zich op diverse aspecten van de retailsector:

  • Meer waardering voor lokaal ondernemerschap
  • Meer inzet tegen winkeldiefstal en agressie
  • Investeringen in de regio en winkelgebieden: Dit omvat consistent en voorspelbaar beleid om lokale economieën te versterken.
  • Lagere werkgeverslasten: Vermindering van de financiële druk op werkgevers.
  • Minder risico’s bij medewerkers in loondienst
  • Minder belasting op loon voor medewerkers
  • Steun voor duurzaam vervoer en duurzame panden: Initiatieven voor milieuvriendelijk ondernemen.
  • Minder regels en een recht op vergissen: Het verminderen van bureaucratie en het toestaan van menselijke fouten zonder zware sancties.
  • Toegankelijk, uitvoerbaar en veilig betalingsverkeer
  • Geen Nederlandse wetten stapelen op Europees beleid: Voor een gelijk speelveld voor ondernemers binnen Europa.
  • Inzet op innovatie en digitalisering: Stimulering van vooruitgang en technologische adoptie binnen de sector.

De komende maanden zal het nieuwe kabinet zich voorbereiden op Prinsjesdag. INretail organiseert op donderdag 19 september van 10.00 tot 11.00 uur een digitale bijeenkomst om de plannen van het kabinet te bespreken en belanghebbenden bij te praten over de ontwikkelingen.

Bron: INretail

INretail: wat voor gevoel roept jouw winkelinterieur op?

INretail: wat voor gevoel roept jouw winkelinterieur op?

Sommige winkels hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht en weten je telkens weer te fascineren. Dit komt vaak door een doordachte inrichting waarbij zorgvuldig is nagedacht over interieurkeuzes, kleuren, verlichting, communicatiemiddelen en verhaallijnen om een blijvende indruk achter te laten. Medewerkers spelen hierbij een cruciale rol als merkambassadeurs.

Overprikkeling voorkomen
Een te volle winkel met onoverzichtelijke interieurs, slechte verlichting, rommelige presentaties, vage boodschappen en onduidelijke bewegwijzering kan een negatieve impact hebben op zowel de verblijfsduur als de verkoopresultaten. Consumenten moeten zich door een overweldigende stroom prikkels navigeren om te bepalen wat urgent en relevant is. Het is belangrijk om de juiste aandacht te trekken door consumenten het gevoel te geven begrepen te worden en hen te raken door zich te concentreren op gedeelde passies.

Klantgerichtheid en winkelinrichting
Om klantgerichtheid echt te laten spreken, moet de winkelinrichting daarop aansluiten. Consumenten verwachten tegenwoordig een duidelijke, ruime, overzichtelijke, schone en lichte omgeving. Het interieur en de (digitale) marketingmiddelen moeten worden ingezet vanuit de merkwaarden en authenticiteit. De meerwaarde voor de klant ligt niet alleen in persoonlijke aandacht, maar ook in klant-zelfhulp middelen zoals duidelijke signing, toegang tot (digitale) informatie/assistenten en diverse betaalopties. Een ideale inrichting is praktisch en creëert een prettige sfeer voor zowel medewerkers als klanten.

Ideale winkelinrichting
Het verleiden van mensen om te komen, ze te verrassen, hun verblijfstijd te verlengen en ze terug te laten komen, vereist een strategie vergelijkbaar met topsport. Een ruime paskamer met grote spiegels, comfortabele zitjes, warm licht en een aangenaam vloerkleedje is aantrekkelijk voor bezoekers. Een schoon klantentoilet is essentieel. Circulaire componenten en materialen worden steeds vaker gebruikt, en winkelinterieurs worden huiselijker, minder dominant en flexibeler. Producten moeten centraal staan, ondersteund door legtafels, zitjes, kunstvoorwerpen en passende muziek en geur.

Wendbaarheid en businessmodel
Het efficiënt verwerken van nieuwe goederen en het aanpassen van productpresentaties is belangrijk voor een flexibele en klantvriendelijke winkelervaring. Kleine presentatie-eenheden zijn sneller aantrekkelijk te maken dan grote. Flexibele, verrijdbare meubels en digitale etalages kunnen de klantbeleving verbeteren en het proces vergemakkelijken. Advies van een interieurspecialist of architect kan waardevol zijn om de winkel efficiënt en aantrekkelijk te maken, waardoor klanten graag terugkomen.

Dit artikel werd geschreven door adviseur Harry Bijl van INretail.

Marktmonitor: ‘Minder kledingzaken in de winkelstraat’

Marktmonitor: ‘Minder kledingzaken in de winkelstraat’

Uit de Kledingbranche Marktmonitor 2024, gebaseerd op onderzoek van Marktdata, blijkt dat in de afgelopen vijf jaar tien procent van de kledingwinkels in Nederland is verdwenen. Momenteel telt Nederland gemiddeld ruim 1.500 inwoners per kledingzaak. Zeeland en Limburg hebben de grootste dichtheid van kledingzaken, terwijl Flevoland de minste winkels per inwoner heeft, zo blijkt uit de monitor.

Ontwikkeling van kledingbedrijven en vestigingen
Kledingzaken zijn in het Handelsregister onder verschillende categorieën ingeschreven, zoals dameskleding, herenkleding, baby- en kinderkleding, algemeen assortiment, en onderkleding. De verdeling van kledingzaken ziet er als volgt uit: 43 procent heeft een algemeen assortiment, een derde verkoopt dameskleding, en ruim 10 procent biedt herenkleding aan.

Volgens het Handelsregister van de Kamers van Koophandel zijn er momenteel 11.824 kledingvestigingen in Nederland, waarvan 7.568 als hoofdvestiging of zelfstandige vestiging. Over de afgelopen vijf jaar is het aantal kledingbedrijven met 10 procent gedaald van 7.720 in 2019 naar 6.980 in 2024. Ook het aantal vestigingen nam met 10 procent af, van 12.755 in 2019 naar 11.485 in 2024. Sinds 2011 is er bijna elk jaar een afname waargenomen, maar de cijfers van 2024 wijzen op een mogelijke stabilisatie.

Nevenactiviteiten in de kledingbranche
Uit de analyse van nevenactiviteiten blijkt dat de meest voorkomende activiteit detailhandel via internet in kleding en modeartikelen is. Ongeveer 6 procent van de kledingzaken heeft dit als nevenactiviteit. Andere veelvoorkomende nevenactiviteiten zijn schoenenwinkels en modeartikelen. Er zijn ook 3.267 ondernemingen die kledingverkoop als nevenactiviteit hebben, waarvan 9,4 procent actief is in online detailhandel in kleding en modeartikelen, 6,7 procent in schoenenwinkels en 6,5 procent in kapsalons.

Provinciale verspreiding van kledingzaken
Noord-Holland heeft met 2.227 kledingzaken de meeste vestigingen, goed voor 18,8 procent van alle kledingzaken in Nederland. Flevoland heeft met 235 het kleinste aantal vestigingen en het hoogste aantal inwoners per kledingzaak (1.919). Zeeland heeft daarentegen de kleinste verhouding van inwoners per kledingzaak. Het landelijk gemiddelde ligt op ruim 1.500 inwoners per kledingzaak.

Conclusie
De Nederlandse kledingbranche heeft in de afgelopen vijf jaar aanzienlijke veranderingen ondergaan, met een afname van het aantal winkels en vestigingen. Hoewel er tekenen zijn van stabilisatie in 2024, blijft de toekomst onzeker, mede door de groeiende concurrentie van online detailhandel en de noodzaak voor fysieke winkels om zich aan te passen aan veranderende consumentenvoorkeuren.

Bron: Kledingbranche Marktmonitor 2024

CBS: Beschikbaar inkomen 1,9% hoger in eerste kwartaal

CBS: Beschikbaar inkomen 1,9% hoger in eerste kwartaal

In het eerste kwartaal van 2024 steeg het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens met 1,9 procent vergeleken met een jaar eerder. Deze toename is voornamelijk toe te schrijven aan een hogere beloning van werknemers, door stijgingen van cao-lonen. Ook groeide de hypotheekschuld in deze periode met 7,1 miljard euro naar een totaal van 861,6 miljard euro. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Beloning werknemers grootste factor in inkomensstijging
Zowel het inkomen van werknemers als zelfstandigen lag hoger dan in het eerste kwartaal van 2023. De totale beloning van werknemers steeg met 7,4 procent door een toename van het aantal banen (0,9 procent) en een stijging van cao-lonen met 6,6 procent. Het gemengd inkomen nam toe met 5,9 procent, vooral binnen de gezondheidszorg, horeca en detailhandel. Ook het totaal aan ontvangen uitkeringen steeg met 7,4 procent, mede door een verhoging van het minimumloon met bijna 7 procent. Huishoudens betaalden 9,8 procent meer aan belastingen en sociale premies. Het reëel beschikbaar inkomen wordt berekend door het netto beschikbaar inkomen te corrigeren voor prijsstijgingen.

Hypotheekschuld neemt toe, maar schuldquote daalt
De woninghypotheekschuld nam in het eerste kwartaal van 2024 toe met 7,1 miljard euro, vergeleken met het vorige kwartaal. Dit is te verklaren door hogere huizenprijzen en een toename in het aantal verkochte woningen. Ondanks de toename in hypotheekschuld, daalde de hypotheekschuld als percentage van het bbp van 80 procent in het vierde kwartaal van 2023 naar 79,5 procent in het eerste kwartaal van 2024. Dit is het laagste niveau sinds het vierde kwartaal van 2001, dankzij een snellere nominale groei van de economie.

Bron: CBS

Première Vision: dit zijn de nieuwe prioriteiten van jonge consumenten

Première Vision: dit zijn de nieuwe prioriteiten van jonge consumenten

In een tijd waarin ‘ultrafast’ fashion de mode-industrie opschudt, wilde Première Vision een onderzoek doen onder jonge consumenten om hun koopgedrag te begrijpen, vooral met betrekking tot duurzame mode.

Het Institut Français de la Mode en Première Vision hebben een nieuwe studie uitgebracht over consumptiepatronen, met een focus op jongvolwassenen in de leeftijdscategorieën 18 tot 24 en 25 tot 34 jaar en hun relatie tot milieuvriendelijke mode.

Deze studie toont aan dat een aanzienlijk deel van de jongeren duurzamere praktijken aanneemt en merken verkiest die zowel het milieu als de arbeidsomstandigheden respecteren.

Belangrijke punten om te onthouden:

  1. Duurzame mode beïnvloedt koopgedrag op de lange termijn.
  2. Bij het bepalen van de duurzaamheid van een product is de keuze van materialen het belangrijkste criterium.
  3. De sociale en inclusieve dimensie staat centraal in de zorgen van jonge consumenten.
  4. Transparantie en goede informatie zijn sleutelverwachtingen van consumenten ten opzichte van merken.

Lees hier het  volledige persbericht.

CBS: Detailhandel zet ruim 2 procent meer om in april

CBS: Detailhandel zet ruim 2 procent meer om in april

De detailhandel heeft in april 2,3 procent meer omgezet dan in april 2023, meldt het CBS. Het verkoopvolume was ook 2,3 procent hoger. De omzet van de non-food sector (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide met 3,8 procent, terwijl de omzet van de foodsector (winkels in voedings- en genotmiddelen) kromp met 0,4 procent. Online is 8,8 procent meer omgezet dan een jaar eerder.

De omzetcijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van kalenderdagen in april. Op sommige dagen van de week wordt meer verkocht dan op andere dagen. Zonder deze correctie was de omzet van de detailhandel 3,0 procent hoger dan in april 2023.

Omzet Non-food Bijna 4 Procent Hoger

De omzet van de non-food sector (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide in april 2024 met 3,8 procent. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde omzet) was 4,9 procent hoger dan een jaar eerder. De drogisterijen, de winkels in doe-het-zelfartikelen (inclusief keukens en vloeren), de winkels in recreatie-artikelen, de winkels in schoenen en lederwaren en de winkels in consumentenelektronica hebben in april meer omgezet dan in april 2023. Daarentegen hebben de kledingwinkels en de winkels in meubels en woninginrichting in april minder omgezet.

Online 8,8 Procent Meer Omgezet

De onlineomzet was in april 8,8 procent hoger dan in april 2023. Webwinkels (als hoofdactiviteit verkoop via internet) hebben 11,6 procent meer omgezet. De onlineomzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers), was 5,4 procent hoger. De onlineomzet van de winkels in voedingsmiddelen en drogisterijen, de winkels in consumentenelektronica, de winkels in overige non-foodartikelen en de kledingwinkels lag in april 2024 hoger dan in april 2023.

Bron: CBS

Detailhandel zet bijna 4% meer om in Q1

Detailhandel zet bijna 4% meer om in Q1

In het eerste kwartaal van 2024 realiseerde de detailhandel een omzetstijging van bijna 4 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, meldt het CBS. Het verkoopvolume nam met 3,1 procent toe. Hoewel meer detailhandelaren failliet gingen dan een jaar eerder, was dit aantal relatief lager dan in andere sectoren.

De omzetstijging is te danken aan zowel hogere prijzen als een groter verkoopvolume. Dit is een positieve verandering ten opzichte van de periode tussen het tweede kwartaal van 2022 en het derde kwartaal van 2023, toen omzetgroei uitsluitend door prijsverhogingen werd gedreven.

In de non-foodsector steeg de omzet met 4,5 procent en het verkoopvolume met 4,8 procent. Drogisterijen, kledingwinkels en winkels in schoenen en lederwaren zagen een groei, terwijl winkels in consumentenelektronica en huishoudartikelen zoals meubels en verlichting een omzetdaling rapporteerden.

De online omzet van detailhandelaren nam in het eerste kwartaal met 3,8 procent toe. Pure online winkels zagen een omzetgroei van meer dan 5 procent, terwijl multichannelers, die zowel online als fysiek verkopen, een toename van bijna 2 procent noteerden.

Het aantal faillissementen in de detailhandel steeg met ruim 14 procent naar 98 bedrijven, vergeleken met 86 in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Desondanks was de stijging van faillissementen in de detailhandel minder sterk dan die onder alle bedrijven, waar een toename van 45 procent werd geregistreerd.

Aan het begin van het tweede kwartaal 2024 waren de verwachtingen van detailhandelaren over het economisch klimaat gelijk verdeeld tussen positieve en negatieve vooruitzichten, met een saldo van -0,2 procent. Dit was een verbetering ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023, toen het saldo ruim -4 procent bedroeg. Over het algemeen zijn detailhandelaren pessimistischer dan de gemiddelde Nederlandse ondernemer, waarvan per saldo 1,5 procent positief gestemd is over de komende drie maanden.

Bron: CBS

CBS: Inflatie in april 2,7 procent bij snelle raming

CBS: Inflatie in april 2,7 procent bij snelle raming

In april bedroeg de inflatie in Nederland volgens een snelle schatting van het CBS 2,7 procent, wat een daling betekende ten opzichte van de 3,1 procent in maart. Deze raming is gebaseerd op voorlopige gegevens en de officiële cijfers worden op 7 mei gepubliceerd. De inflatie wordt maandelijks gemeten aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar.

Prijsontwikkeling productgroepen
Naast het inflatiecijfer onthult het CBS bij deze snelle schatting ook de prijsontwikkeling van verschillende productgroepen, die op 7 mei allemaal uitgebreid worden gepubliceerd. Verder kondigt het CBS aan dat vanaf juni 2023 een nieuwe methode wordt gebruikt voor het meten en verwerken van energieprijzen in de CPI.

Snelle raming HICP
Het CBS publiceert twee verschillende inflatiecijfers: een gebaseerd op de CPI en een op de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). In april bedroeg de inflatie volgens de HICP 2,6 procent. Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP is dat de HICP geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning, terwijl de CPI deze kosten wel meeneemt op basis van de ontwikkeling van woninghuren. Deze verschillen worden nader toegelicht in een gepubliceerde publicatie.

Internationaal gebruiken lidstaten van de Europese Unie (EU) de HICP om inflatie tussen landen te vergelijken. Eurostat berekent op basis van HICP-cijfers de inflatie voor de eurozone en de EU, en de Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone.

Bron: CBS

Paradigma in de mode-industrie
Eenrichtingsverkeer van modebedrijven houdt verandering tegen,  retailers kunnen de risico’s niet meer alleen dragen, maar wat zijn de oplossingen?

“Naar aanleiding van mijn artikel over het nieuwe inkoopmodel in dit blad, heb ik een aantal reacties gekregen. Men was het geheel met me eens, maar wilde graag oplossingen horen. Ik had gehoopt reacties van modemerkbedrijven te krijgen, maar het waren allemaal reacties van zeer teleurgestelde en wellicht enigszins gefrustreerde retailers. Ze willen graag zaken blijven doen, maar het eenrichtingsverkeer van de modemerkbedrijven blijft alle mogelijke veranderingen en verbeteringen tegenhouden. Deze weerstand van de modemerkbedrijven is te begrijpen vanuit de context van hun eigen organisatie. Maar, ze vergeten dat ze niet alleen op de wereld zijn en dat het ‘pushen’ van producten naar de winkels verleden tijd is. De winkelbedrijven hebben door onder andere de crisis en de opkomst van internetverkopen niet meer de middelen en mogelijkheden om het volledige risico, in de vorm van uitverkochte producten, niet-verkochte producten en de lage omloopsnelheid, te dragen.

Lees het hele artikel hier

Home 1
Drs. Eric BuiningOver veranderingen binnen onze industrie
Neem contact op

Wilt u ons een bericht sturen? Wij nemen z.s.m. contact met u op.

0