Home 1

CBS: lichte daling faillissementen

CBS: lichte daling faillissementen

In maart 2024 zijn er iets minder bedrijven failliet gegaan in Nederland dan in februari. Het CBS zegt dat 8 bedrijven minder failliet zijn verklaard, wat een daling van 2 procent is. Maar als je kijkt naar de langere termijn, is er wel iets om je zorgen over te maken. In de eerste drie maanden van dit jaar zijn er ruim 46 procent meer bedrijven failliet gegaan vergeleken met dezelfde tijd vorig jaar.

Vooral in de handelssector gaat het slecht. Daar zijn de meeste faillissementen. Alleen al in maart zijn er 57 bedrijven failliet gegaan in die sector. Dat is 12 procent minder dan de maand ervoor. Ook in de sectoren vervoer en opslag zijn veel bedrijven failliet gegaan.

Deze cijfers laten zien dat de Nederlandse economie erg veranderlijk is en dat veel bedrijven het moeilijk hebben. Ook al is er nu een kleine daling in het aantal faillissementen, de algemene trend is nog steeds zorgelijk.

Bron: CBS

CBS: Inflatie stijgt naar 3,1 procent in maart

CBS: Inflatie stijgt naar 3,1 procent in maart

Consumentengoederen en -diensten waren in maart 3,1 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In februari was de inflatie 2,8 procent. De inflatie wordt elke maand gemeten als de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. Het inflatiecijfer van maart is hetzelfde als bij de snelle raming die op 3 april is gepubliceerd.

Inflatie hoger door prijsontwikkeling energie

Met name de prijsontwikkeling van energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming) zorgde voor een stijging van de inflatie. Energieprijzen waren in maart weliswaar 2,9 procent lager dan in dezelfde maand vorig jaar, maar in februari was energie 5,9 procent goedkoper dan een jaar eerder.

Voor het meten en verwerken van de energieprijzen in de CPI gebruikt het CBS vanaf juni 2023 een nieuwe methode. Het CBS publiceerde op dat moment een achtergrondartikel waarin het in meer detail uitlegt wat de overstap betekent voor de CPI, de inflatie en het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden.

Benzine duurder

Naast energie droeg ook de prijsontwikkeling van benzine bij aan de stijging van de inflatie. Benzine was in maart 11,5 procent duurder dan een jaar eerder. In februari waren benzineprijzen 9,0 procent hoger dan in februari 2023. De gemiddelde prijs van een liter Euro 95 nam toe van 1,97 euro in februari naar 2,01 euro in maart.

Inflatie eurozone lager

Het CBS publiceert twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in maart 3,1 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In februari was de inflatie volgens de HICP 2,7 procent. De inflatie in de eurozone nam af van 2,6 procent in februari naar 2,4 procent in maart.

Verschil CPI en HICP

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

Dashboard consumentenprijzen

Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en de prijsontwikkeling voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.

Bronnen gebruikt door CBS:

Nederlandse retail verliest 12 miljard euro aan fraude in 2023

Nederlandse retail verliest 12 miljard euro aan fraude in 2023

Een recent onderzoek uitgevoerd door financieel technologieplatform Adyen onthult dat Nederlandse retailers in 2023 maar liefst 12 miljard euro aan fraude verloren. Dit bedrag markeert een alarmerende toename in vergelijking met voorgaande jaren. Het onderzoek betrof zowel consumenten als retailers en wees uit dat slachtoffers van betaalfraude gemiddeld 394 euro verloren.

Uit het onderzoek blijkt verder dat ruim vier op de tien Nederlanders (43%) ooit slachtoffer zijn geweest van online oplichting. Deze stijging van online fraude heeft een directe impact op het veiligheidsgevoel van consumenten. Ongeveer een kwart van hen (23%) voelt zich online minder veilig dan tien jaar geleden.

Niet alleen consumenten, maar ook retailers ondervinden de gevolgen van deze toenemende fraude. In 2023 alleen al leed de Nederlandse retail een verlies van 12,4 miljard euro, waarbij vooral de kledingsector, elektronica en woninginrichting zwaar werden getroffen. Wereldwijd bedroeg het verlies door oplichting in de retailindustrie maar liefst 396 miljard euro.

Om deze zorgwekkende trend tegen te gaan, maken steeds meer retailers gebruik van technologieën zoals kunstmatige intelligentie (AI) om frauduleuze transacties op te sporen. Adyen benadrukt het belang van voortdurende innovatie en bescherming tegen online fraude, waarbij zij geavanceerde technologieën ontwikkelen om fraude vroegtijdig te detecteren.

Het onderzoek, uitgevoerd door Brands2Life onder 2.000 Nederlanders en 500 Nederlandse retailers, benadrukt de noodzaak van een gecoördineerde inspanning om de groeiende online fraude aan te pakken. Deze bevindingen benadrukken de toenemende urgentie voor retailers om zich te wapenen tegen de evoluerende bedreigingen van online criminaliteit.

CBS: Detailhandel zet bijna 2 procent meer om in januari

CBS: Detailhandel zet bijna 2 procent meer om in januari

De detailhandel heeft in januari 1,8 procent meer omgezet dan in januari 2023, meldt het CBS. Het verkoopvolume was 1,1 procent hoger. De omzet van de non-food (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide met 3,1 procent, terwijl de omzet van de foodsector (winkels in voedings- en genotmiddelen) kromp met 0,4 procent. Online is 3,7 procent meer omgezet dan een jaar eerder.

De omzetcijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen in januari. Op sommige dagen van de week wordt meer verkocht dan op andere dagen. Zonder deze correctie was de omzet van de detailhandel 2,4 procent hoger dan in januari 2023.

Omzet non-food ruim 3 procent hoger

De omzet van de non-food (inclusief detailhandel niet-in-winkel) groeide in januari 2024 met 3,1 procent. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde omzet) was ook 3,1 procent hoger dan een jaar eerder.

De drogisterijen, de kledingwinkels en de winkels in recreatie-artikelen hebben in januari meer omgezet dan in januari 2023. Daarentegen hebben de winkels in schoenen en lederwaren, de winkels in doe-het-zelfartikelen (inclusief keukens en vloeren), de winkels in meubels en woninginrichting en de winkels in consumentenelektronica in januari minder omgezet.

Omzet food iets kleiner

De winkels in voedings- en genotmiddelen hebben in januari 0,4 procent minder omzet behaald dan in januari 2023. Het verkoopvolume was 2,5 procent lager dan een jaar eerder. De omzet van de supermarkten lag 1,0 procent lager, de omzet van de speciaalzaken was 4,1 procent hoger.

Online 3,7 procent meer omgezet

De onlineomzet was in januari 3,7 procent hoger dan in januari 2023. Webwinkels (als hoofdactiviteit verkoop via internet) hebben 4,3 procent meer omgezet. De onlineomzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers), was 2,8 procent hoger.

De onlineomzet van de winkels in voedingsmiddelen en drogisterijen, de winkels in overige non-foodartikelen en de kledingwinkels lag in januari 2024 hoger dan in januari 2023. De onlineomzet van de winkels in consumentenelektronica was lager dan een jaar eerder.

Bron: CBS

CBS: Inflatie stijgt naar 3,2 procent in januari; 3,5 procent exclusief energie

CBS: Inflatie stijgt naar 3,2 procent in januari; 3,5 procent exclusief energie

Consumentengoederen en -diensten waren in januari 3,2 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In december was de inflatie 1,2 procent. De inflatie wordt elke maand gemeten als de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. Het inflatiecijfer van januari is hetzelfde als bij de snelle raming die op 1 februari is gepubliceerd.

De CPI geeft ook inzicht in de prijsontwikkeling ten opzichte van een maand eerder. Prijzen voor consumenten waren in januari 0,5 procent gestegen ten opzichte van december.

Exclusief energie en motorbrandstoffen bedroeg de inflatie in januari 3,5 procent. In december was dat 3,4 procent. Het verschil tussen de inflatie en de inflatie exclusief energie is in januari afgenomen ten opzichte van december (zie tabel hieronder).

 

Kleinere prijsdaling energie

Vooral de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) zorgde voor een stijging van de inflatie. In januari was energie weliswaar 9,2 procent goedkoper dan in januari vorig jaar, maar in december waren de prijzen nog 42,1 procent lager dan in dezelfde maand een jaar eerder. De veel kleinere prijsdaling in januari 2024 is toe te schrijven aan het feit dat in januari 2023 de energieprijzen sterk daalden ten opzichte van december 2022 na de invoering van het prijsplafond.

Voor het meten en verwerken van de energieprijzen in de CPI gebruikt het CBS vanaf juni 2023 een nieuwe methode. Op 30 juni publiceerde het CBS een achtergrondartikel waarin het in meer detail uitlegt wat de overstap betekent voor de CPI, de inflatie en het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden (tabel 2).

Drukkend effect voedingsmiddelen

De prijsontwikkeling van voeding had een drukkend effect op de ontwikkeling van de inflatie. Voedingsmiddelen waren in januari 2,1 procent duurder dan een jaar eerder, in december waren ze nog 4,1 procent duurder. Vooral de prijsontwikkelingen van brood- en graanproducten en groenten droegen bij aan deze kleinere prijsstijging.

Prijsontwikkelingen op korte termijn

De CPI geeft niet alleen inzicht in de prijsontwikkeling ten opzichte van een jaar geleden (de inflatie), maar ook ten opzichte van de voorgaande maand. In januari 2024 stegen de prijzen voor consumenten met 0,5 procent ten opzichte van december 2023.

Een kanttekening bij een vergelijking tussen verschillende maanden in het jaar is dat rekening moet worden gehouden met de invloed van het seizoen. Zo zijn bijvoorbeeld vliegtickets in vakantiemaanden duurder dan in maanden buiten het vakantieseizoen. De prijzen zijn dan tijdelijk hoger, maar dit is geen structurele prijsstijging. Door deze seizoensinvloeden zijn ontwikkelingen maand op maand vaak volatieler dan ontwikkelingen jaar op jaar.

Inflatie eurozone daalt licht

Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in januari 3,1 procent duurder dan vorig jaar. In december was de inflatie volgens de HICP 1,0 procent. De inflatie in de eurozone nam af van 2,9 procent in december naar 2,8 procent in januari.

Verschil CPI en HICP

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

Dashboard consumentenprijzen

Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en de prijsontwikkeling voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.

Bron: CBS

CBS: Detailhandel zet ruim 4 procent meer om in december

CBS: Detailhandel zet ruim 4 procent meer om in december

De detailhandel heeft in december 4,2 procent meer omgezet dan in december 2022, meldt het CBS. Het verkoopvolume was 1,7 procent hoger. De omzet van de foodsector groeide met 4,6 procent, die van de non-foodsector met 2,6 procent. Daarnaast is online 1,2 procent minder omgezet dan een jaar eerder. Met het decembercijfer is ook het cijfer voor hele jaar bekend. In 2023 heeft de detailhandel bijna 6 procent meer omgezet dan in 2022.

De omzetcijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen in december. Op sommige dagen van de week wordt meer verkocht dan op andere dagen. Zonder deze correctie was de omzet van de detailhandel 1,9 procent hoger dan in december 2022 (zie tabel 1).

Omzet non-foodwinkels bijna 3 procent hoger

De omzet van de non-foodwinkels groeide in december 2023 met 2,6 procent. Het volume (de voor prijsveranderingen gecorrigeerde omzet) was 1,2 procent hoger dan een jaar eerder.

De drogisterijen, de kledingwinkels en de winkels in schoenen en lederwaren hebben in december meer omgezet dan in december 2022. Daarentegen hebben winkels in meubels en woninginrichting, winkels in doe-het-zelfartikelen (inclusief keukens en vloeren), winkels in consumentenelektronica en witgoed en winkels in recreatieartikelen in december minder omgezet.

Omzet winkels in voedingsmiddelen bijna 5 procent hoger

De winkels in voedings- en genotmiddelen hebben in december 4,6 procent meer omzet behaald dan in december 2022. Het verkoopvolume was 0,4 procent hoger dan een jaar eerder. De omzet van supermarkten en speciaalzaken lag respectievelijk 4,6 en 4,3 procent hoger (tabel 2).

Online 1,2 procent minder omgezet

De online omzet was in december 1,2 procent lager dan in december 2022. Webwinkels (als hoofdactiviteit verkoop via internet) hebben 1,3 procent meer omgezet. De online omzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers), kromp met 4,6 procent.

De online omzet van winkels in voedingsmiddelen en drogisterijen en de winkels in overige non-foodartikelen lag in december 2023 hoger dan in december 2022. De online omzet van de winkels in consumentenelektronica en de kledingwinkels was lager dan een jaar eerder (tabel 3).

Detailhandel bijna 6 procent meer omgezet in 2023

In 2023 heeft de detailhandel, voor koopdagen gecorrigeerd, 5,6 procent meer omgezet dan in 2022. Het verkoopvolume was echter 2,4 procent lager. De omzet van de foodwinkels groeide met 7,7 procent, de winkels in non-food realiseerden een groei van 3,5 procent. Online is 1,6 procent meer omgezet dan in 2022.

bron: CBS

CBS: Werkloosheid in 2023 vrijwel onveranderd

CBS: Werkloosheid in 2023 vrijwel onveranderd

De werkloosheid veranderde vorig jaar weinig. In december was 3,6 procent van de beroepsbevolking werkloos en dat was gelijk aan het gemiddelde over 2023. Het aantal werklozen nam in de laatste drie maanden van het jaar licht af met gemiddeld 3 duizend per maand, tot 361 duizend personen in december. In dezelfde periode kwamen er gemiddeld per maand 25 duizend mensen bij met betaald werk. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind december 161 duizend lopende WW-uitkeringen.

In december hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om verschillende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar zijn. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld daalde het aantal mensen buiten de beroepsbevolking in de afgelopen drie maanden met 9 duizend per maand (tabel 1).

Aantal WW-uitkeringen in december vrijwel gelijk gebleven

In december 2023 verstrekte UWV 160,8 duizend WW-uitkeringen. Dit is vrijwel evenveel als aan het eind van november (160,2 duizend). In december werden er 19,9 duizend uitkeringen beëindigd, terwijl er 20,8 duizend nieuwe uitkeringen bij kwamen.

Hoewel in de meeste sectoren geen noemenswaardige wijzigingen zijn ten opzichte van vorige maand, is er in de sectoren bouw (+15,9 procent) en landbouw, groenvoorziening, visserij (+9,3 procent) wel een toename. Voor een deel betreft dit de gebruikelijke toename in de WW door het wegvallen van seizoenwerk. In vergelijking met november 2023 nam het aantal WW-uitkeringen met name af in het onderwijs  (-6,6 procent).

Minder dan 100 duizend werkloze 45-plussers in 2023

Gemiddeld over heel 2023 is het aantal werklozen licht gestegen ten opzichte van een jaar eerder, van 350 naar 359 duizend. Het werkloosheidspercentage steeg van 3,5 naar 3,6. Alleen onder 45-plussers nam de werkloosheid af, van 104 duizend naar 92 duizend. Vooral bij jongeren van 15 tot 25 jaar nam de werkloosheid toe, van 134 duizend naar 149 duizend. Bij 25- tot 45-jarigen nam het aantal werklozen licht toe.

De nettoarbeidsparticipatie nam in 2023 toe, naar 73,1 vergeleken met 72,2 in 2022. De toename was relatief sterk bij 45-plussers en bij jongeren tot 25 jaar. Bij 25- tot 45-jarigen was de stijging van de arbeidsdeelname gering.

Stromen naar en uit werkloosheid nagenoeg in evenwicht

De ontwikkeling van de werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. De figuur hieronder  toont de ontwikkeling van die verschillende stromen in de afgelopen maanden.

De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid doen dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken en de arbeidsmarkt verlaten. Deze uitstroom uit de arbeidsmarkt was in december en november met 96 duizend op het hoogste niveau sinds december 2021.

Er zijn ook twee tegengestelde stromen, die de werkloosheid kunnen vergroten. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt en op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking.

De stromen in en uit werkloosheid houden elkaar ongeveer in evenwicht. Er is iets meer uitstroom uit werkloosheid dan instroom naar werkloosheid en daardoor was er in november dus een lichte daling van het aantal werklozen. In december waren er 10 duizend werklozen minder dan drie maanden eerder (hiermee daalde de werkloosheid gemiddeld per maand met ruim 3 duizend).

Bron: CBS

Het CBS publiceert maandelijks volgens over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen zie de technische toelichting.

Aantal faillissementen stijgt met ruim 50 procent in 2023

Aantal faillissementen stijgt met ruim 50 procent in 2023

In december zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 91 meer bedrijven failliet verklaard dan in november, meldt het CBS. Dat is een stijging van 30 procent. De trend van het aantal faillissementen is meer dan een jaar stijgend. Met het decembercijfer is ook het cijfer voor hele jaar bekend. In 2023 zijn volgens voorlopige cijfers 3.271 bedrijven failliet verklaard. Dat is ruim 50 procent meer dan in 2022 (tabel 1).

Aantal faillissementen loopt op

Het aantal voor zittingsdagen gecorrigeerde faillissementen fluctueert aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. Het aantal uitgesproken faillissementen piekte met 911 in mei 2013. Daarna nam het aantal faillissementen tot en met augustus 2017 af. Vervolgens bleef de trend tot medio 2020 redelijk vlak. Daarna is het aantal faillissementen verder afgenomen en bereikte in augustus 2021 met 109 een laagterecord. Vanaf mei 2022 lag het aantal faillissementen onafgebroken hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder.

In 2023 zijn 3.271 bedrijven failliet verklaard

In 2023 zijn, niet gecorrigeerd voor zittingsdagen, 3.271 bedrijven en instellingen, inclusief eenmanszaken, failliet verklaard. Dat is 52 procent meer dan in 2022. Toen bedroeg het aantal faillissementen 2.145. Het aantal faillissementen in 2023 was nog steeds lager dan in 2019, het laatste volledige jaar voor corona.

De piek in het aantal faillissementen, van 9.431, werd tijdens de eurocrisis in 2013 bereikt. Het laagste aantal sinds de start van de statistiek in 1981 werd in 2021 genoteerd, namelijk 1.818. Dat in coronatijd relatief weinig bedrijven failliet werden verklaard, is niet los te zien van de noodsteun van de overheid (tabel 2).

Sterkste stijging faillissementen in de handel

Net als in voorgaande jaren had de handel, met 682, de meeste faillissementen in 2023. Daarna volgde de bouwnijverheid met 479. Beide bedrijfstakken behoren qua aantal bedrijven tot de grote bedrijfstakken.

In vrijwel alle bedrijfstakken gingen er meer bedrijven failliet dan in 2022. Absoluut gezien was ook de stijging van het aantal faillissementen het sterkst in de handel. In 2023 gingen hier 254 bedrijven en instellingen meer failliet dan in 2022. De toename in de detailhandel, de groothandel en de autohandel was respectievelijk 145, 105 en 4.

Met een stijging van 139 faillissementen volgde de bouwnijverheid als tweede. In de horeca ging het aantal faillissementen van 134 in 2022 naar 267 in 2023, een verdubbeling. De stijging is vooral toe te schrijven aan de eet- en drinkgelegenheden waar het aantal faillissementen 126 hoger was dan in 2022. Bij hotels en andere logiesverstrekkers was de stijging 7.

In alle provincies meer bedrijven failliet

In alle provincies zijn in 2023 meer bedrijven failliet verklaard dan in 2022. Het grootst was de stijging in Noord-Brabant met 270 bedrijven. De provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Noord-Holland telden de meeste faillissementen, maar ook de meeste bedrijven (tabel 3, zie hieronder).

Bron: CBS

Kleding peperduur

Kleding peperduur

In februari dit jaar zijn de kledingprijzen met bijna 12 procent gestegen. Kleding lijkt daarmee in Nederland na energie en voedingsmiddelen bijna onbetaalbaar te worden. Dit blijkt uit de meest recente inflatiecijfers van het CBS.

Vooral herenkleding

Sinds september vorig jaar is kleding flink duurder geworden. In september stegen de prijzen plotsklaps met 8,0 procent en in de periode daarna zijn de prijzen steeds verder doorgeschoten. Prijspieken werden bereikt in december vorig jaar (+12,3 procent) en februari dit jaar (+11,8 procent). Prijsstijgingen van kleding van deze omvang heeft het CBS niet eerder gemeten. Herenkleding was binnen de kledingbranche de meest opvallende prijsstijger in februari. Herenkleding werd toen vergeleken met februari een jaar eerder liefst 17,1 procent duurder. Bijna evenveel als voeding in die periode duurder werd (+ 18,4 procent). Dameskleding werd in februari ook met dubbele cijfers duurder (+12,5 procent). Baby- en kinderkleding daarentegen wisten zich voorlopig nog aan dit prijsgeweld te onttrekken en deden het in februari binnen de kledingbranche rustig aan. De prijzen stegen er maar met 3,3 procent.

Ook kleding aanjager inflatie
Na twee maanden van afnemende inflatie zijn de inflatiecijfers in februari weer gestegen. Grote boosdoener waren voedingsmiddelen die in februari ongekend in prijs stegen (+18,4 procent), terwijl energie in februari juist goedkoper werd (-2,9 procent). Door de sterk oplopende prijzen van kleding de afgelopen maanden wordt kleding langzamerhand onbetaalbaar voor een groeiende groep consumenten, die de eindjes niet meer aan elkaar weten te breien. Ook worden de hogere kledingprijzen een steeds belangrijkere factor bij de bepaling door het CBS van het maandelijkse inflatiecijfer.

Bron: CBS

Kledingverkopen vorig jaar met bijna kwart gestegen

Kledingverkopen vorig jaar met bijna kwart gestegen
In 2022 is de geldomzet van de kledingbranche in Nederland met 24,2 procent gestegen. Hogere kledingprijzen waren deels verantwoordelijk voor deze hoge omzetstijging. In volume was de stijging wat lager (+19,0 procent). Vooral door hogere non-foodverkopen (+12,5 procent) steeg de geldomzet van de totale detailhandel vorig jaar met bijna 7 procent. In volume werd er in de detailhandel vorig jaar licht minder verkocht dan in 2021. Dit blijkt uit een analyse van recente CBS-data door onze redactie economie.

Lockdowns zorgen voor heftige omzetbewegingen in kledingbranche
Winkelopenstellingen en –sluitingen, afhankelijk van de stand van zaken rond corona, hebben vorig jaar vooral in de non-foodsector van de detailhandel grote omzetbewegingen veroorzaakt. Zo waren de omzetstijgingen in geld in de kledingbranche in de eerste vier maanden van 2022 exceptioneel hoog: ruime verdubbelingen in januari (+118,3 procent) en februari (+138,4 procent) en fikse groei in maart (+57,4 procent) en april (+61,5 procent). In de periode mei-november vorig namen de omzetontwikkelingen in de kledingbranche weer normalere proporties aan om in december met +55,4 procent weer fors te stijgen. De kledingbranche was vorig jaar overigens wat omzetgroei betreft (+24,2 procent) de best scorende branche in de detailhandel. De schoenenbranche volgde met een omzetgroei van +18,8 procent. De laagste groei in de non-foodsector werd vorig jaar met een geldomzetstijging van 4,7 procent behaald door de doe-het-zelfbranche.

Internetverkopen in mineur
Aan jarenlange forse omzetstijgingen van de internetverkopen in de detailhandel kwam in 2022 abrupt een einde. Wellicht deden consumenten zodra het weer kon graag hun aankopen in de winkel. De internetverkopen in de detailhandel daalden in 2022 met 7,6 procent. Pure webshops zagen hun omzet vorig jaar met 5,8 procent teruglopen, terwijl de winkelbedrijven die naast winkelverkoop ook nog via internet verkopen vorig jaar online 9,6 procent minder verkochten.  De kledingverkopen via internet namen in 2022 met 4,2 procent af.

Herenkleding meest in prijs gestegen
Kleding was vorig jaar gemiddeld 4,7 procent duurder dan in 2021. Herenkleding steeg in 2022 het meest in prijs. Vergeleken met 2021 groeiden de prijzen van herenkleding gemiddeld met 7,0 procent. Dameskleding werd vorig jaar +4,5 procent duurder en baby- en kinderkleding +2,3 procent. De prijsstijgingen van kleding zijn vorig jaar vanaf september hoger geworden met als voorlopige piek december toen kleding liefst 12,3 procent duurder werd vergeleken met december 2021.

Bron: CBS

Paradigma in de mode-industrie
Eenrichtingsverkeer van modebedrijven houdt verandering tegen,  retailers kunnen de risico’s niet meer alleen dragen, maar wat zijn de oplossingen?

“Naar aanleiding van mijn artikel over het nieuwe inkoopmodel in dit blad, heb ik een aantal reacties gekregen. Men was het geheel met me eens, maar wilde graag oplossingen horen. Ik had gehoopt reacties van modemerkbedrijven te krijgen, maar het waren allemaal reacties van zeer teleurgestelde en wellicht enigszins gefrustreerde retailers. Ze willen graag zaken blijven doen, maar het eenrichtingsverkeer van de modemerkbedrijven blijft alle mogelijke veranderingen en verbeteringen tegenhouden. Deze weerstand van de modemerkbedrijven is te begrijpen vanuit de context van hun eigen organisatie. Maar, ze vergeten dat ze niet alleen op de wereld zijn en dat het ‘pushen’ van producten naar de winkels verleden tijd is. De winkelbedrijven hebben door onder andere de crisis en de opkomst van internetverkopen niet meer de middelen en mogelijkheden om het volledige risico, in de vorm van uitverkochte producten, niet-verkochte producten en de lage omloopsnelheid, te dragen.

Lees het hele artikel hier

Home 1
Drs. Eric BuiningOver veranderingen binnen onze industrie
Neem contact op

Wilt u ons een bericht sturen? Wij nemen z.s.m. contact met u op.

0