Hudson’s Bay Company verliest een rechtszaak met vastgoedbelegger CBRE Global Investors. CBRE Global Investors stapte naar de rechter wegens schending van een afspraak door de huurder betreffende het Hudson’s Bay pand in Zwolle, meldt het NRC in een persbericht.
Eerder dit jaar stonden vastgoedbelegger CBRE Global Investors en Hudson’s Bay tegenover elkaar bij de kortgedingrechter in Zwolle. CRBE, die zelf naar de rechter was gestapt, heeft de zaak nu gewonnen. De rechtszaak draaide om de vraag wat er zou kunnen gebeuren als Hudson’s Bay zou stoppen met betalen van de huur in het pand in Zwolle. Het moederbedrijf van Hudson’s Bay staat garant voor de huur van de panden. In de huurovereenkomst is afgesproken dat het moederbedrijf Hudson’s Bay Company de huur doorbetaald als de Nederlandse dochteronderneming zou stoppen met betalen. Echter moest het hoofdkantoor nog wel een concerngarantie afgeven, welke maar niet werd verstrekt. Daarom besloot CBRE Global Investors dit bij de rechter af te dwingen. Hudson’s Bay voerde verweer en zei op korte termijn niet in staat te zijn de concerngarantie voor het filiaal in Zwolle te verschaffen, mede omdat zij niet meer de enige aandeelhouder waren van het Nederlandse deel. Afgelopen jaar werd Signa mede-eigenaar. Dit najaar zal Hudson’s Bay overigens wel weer enige eigenaar zijn. De rechtbank ging niet mee in de redenering en stelt vast dat er “eerder sprake is van onwil dan van onmacht” tot het nakomen van de afspraken in het contract.
Of Hudson’s Bay inmiddels een garantie voor de winkel in Zwolle heeft verstrekt is niet bekend.
De verhuurder, vastgoedbelegger CBRE Global Investors, is naast eigenaar van het pand in Zwolle ook eigenaar van de Hudson’s Bay panden in Den-Haag en Maastricht en een deel van de vestiging in Den Bosch.
